De onwaardige erfgenaam
Het feit dat een persoon volgens de wet of een testament erfgenaam is betekent niet automatisch dat diegene ook daadwerkelijk erft wanneer de erflater komt te overlijden.
Iemand kan namelijk als onwaardig erfgenaam aangemerkt worden waardoor het recht op (een deel van) de erfenis vervalt (artikel 4:3 lid 1 BW).
Wanneer er sprake is van een onwaardige erfgenaam leest u in dit artikel. Lees meer.
Heeft u problemen bij de verdeling van de erfenis?
Advocaat mr. Jan Damstra zet graag alle juridische mogelijkheden voor u op een rij.
Ervaren
Deskundig
Gratis eerste advies
De onwaardige erfgenaam
Het feit dat een persoon volgens de wet of een testament erfgenaam is betekent niet automatisch dat diegene ook daadwerkelijk erft wanneer de erflater komt te overlijden. Iemand kan namelijk als onwaardig erfgenaam aangemerkt worden waardoor het recht op (een deel van) de erfenis vervalt (artikel 4:3 lid 1 BW). Wanneer er sprake is van een onwaardige erfgenaam leest u in dit artikel.
Heeft u problemen bij de verdeling van de erfenis?
Advocaat mr. Jan Damstra zet graag alle juridische mogelijkheden voor u op een rij.
Ervaren
Deskundig
Gratis eerste advies
Als u zelf momenteel verwikkeld bent in een kwestie rondom de afwikkeling en het verdelen van een erfenis, dan kunt u contact opnemen met de erfrecht advocaat van Erfrechtshulp.nl.
Wanneer is er sprake van een onwaardige erfgenaam?
In de volgende gevallen is er sprake van een onwaardige erfgenaam:
- Als hij onherroepelijk veroordeeld is wegens het ombrengen van de erflater of een poging daartoe.
- Als hij onherroepelijk veroordeeld is voor een ernstig misdrijf tegen de erflater.
- Als bij onherroepelijke gerechtelijke uitspraak is vastgesteld dat hij de erflater lasterlijk heeft beschuldigd van een ernstig misdrijf.
- Als hij de erflater heeft gedwongen of juist heeft belet om een testament op te stellen.
- Als hij fraude heeft gepleegd met het testament, bijvoorbeeld door het te verduisteren, vernietigen of vervalsen.
Deze onwaardigheid kan worden ‘opgeheven’. Als de erflater de persoon die onwaardig is heeft vergeven, is hij niet langer een onwaardig erfgenaam. Die vergiffenis moet echter wel op een ondubbelzinnige manier hebben plaatsgehad en moet dus bewezen kunnen worden (artikel 4:3 lid 3 BW).
Een uitspraak van het hof
Een lastig geval deed zich voor in een uitspraak van het hof Arnhem-Leeuwarden van 29 april 2014 (ECLI:NL:HR:2014:3535). De moeder van erflaatster overleed in januari 2008. Haar vier kinderen waren haar erfgenamen. Erflaatster heeft van haar moeder een schenking van een aanzienlijk bedrag gekregen die direct opeisbaar wordt bij het overlijden van moeder. Daarbij is echter een uitsluitingsclausule opgenomen waarin wordt bepaald dat de schenking nimmer zal vallen in enige huwelijksgemeenschap.
Uitsluitingsclausule
Op die uitsluitingsclausule is weer een uitzondering gemaakt voor het geval het huwelijk van erflaatster eindigt door het overlijden van erflaatster. In september 2008 overlijdt erflaatster. Zij is op dat moment in algehele gemeenschap van goederen getrouwd met A. Door het overlijden van erflaatster is de huwelijksgoederengemeenschap ontbonden. A is daarnaast een onwaardig erfgenaam omdat hij onherroepelijk is veroordeeld wegens het plegen van geweldsdelicten tegen erflaatster.
De vraag is nu of A recht heeft op de schenking die moeder aan erflaatster heeft gedaan.
Het oordeel van het hof
Het hof oordeelt dat wanneer A onwaardig is als erfgenaam van erflaatster, hij in ieder geval aanspraak heeft op de (onverdeelde) helft van hetgeen in de ontbonden huwelijksgemeenschap is gevallen. Het huwelijksgoederenrecht kent geen vergelijkbare bepaling over onwaardigheid. Dat betekent dat het feit dat A onwaardig is als erfgenaam niet tot gevolg heeft dat hij op die grond onwaardig zou zijn tot verdeling van het verkregene dat op grond van de afwijkingsbepaling in de ontbonden huwelijksgemeenschap valt.
Ontbonden huwelijksgemeenschap
Dus doordat de huwelijksgoederengemeenschap van erflaatster en A door het overlijden van erflaatster is ontbonden, valt hetgeen erflaatster uit de nalatenschap van haar moeder heeft verkregen (de schenking) binnen de ontbonden huwelijksgemeenschap. Omdat het huwelijksgoederenrecht geen vergelijkbare bepaling omtrent de onwaardigheid kent, kan A aanspraak maken op de (onverdeelde) helft van hetgeen binnen de ontbonden huwelijksgemeenschap valt, ook al is hij een onwaardig erfgenaam.
Gratis intake
Bij Erfrechtshulp.nl kunt u vertrouwen op een ervaren en gespecialiseerde advocaat die uw belangen behartigt. Wilt u weten wat Mr. Jan Damstra voor u kan betekenen? Neem dan contact op voor een gratis intake.